Huis van de buurt,
thuis in de buurt.
‘Ik wil verschil maken voor meiden en moeders!’
Als jonge moeder combineerde de Afghaanse Moska de hbo studie social work met de opvoeding van haar twee jonge kinderen. Ze is vastbesloten de kennis die ze opdoet in te zetten voor vrouwen die, net als zij, opvoeden tussen twee culturen.
Inmiddels geeft ‘juf’ Moska haar kennis al tien jaar door bij De Mussen in de Schilderswijk. “Hier heb ik ruimte gekregen om mezelf te zijn en mijn eigen kracht in te zetten.” Die ruimte en kracht gunt ze de meiden en vrouwen waarmee ze werkt ook.
Als klein meisje groeit Moska (41) op in de Afghaanse hoofdstad Kabul. Ze is de oudste dochter van twee journalisten. Na haar worden nog vijf broertjes geboren. Voor Moska en haar familie is het inslaan van raketten aan de orde van de dag. “Mijn vader heeft me een keer onder het puin vandaan gehaald. Ik heb mensen voor mijn neus dood zien gaan. Achteraf is het traumatisch, maar als je er middenin zit, weet je niet beter.”
Taliban
Als de oorlogsdreiging verder toeneemt, vlucht het gezin ‘voor een tijdje’ naar Noord-Afghanistan. Dat ‘tijdje’ wordt zeven jaar. Als 18-jarige studente regelt Moska zelf een baantje bij het Rode Kruis. “Van de baas mocht ik parttime werken voor een fulltime salaris en daardoor kon ik blijven studeren. Hij vond het geweldig dat een Afghaans meisje wilde werken. Dat iemand me dat gunde, is me zo bijgebleven. Mijn ouders waren zo trots. ‘Onze dochter betaalt het huishouden’, zeiden ze.”
Dan rukken de taliban op richting het noorden. “We droegen make-up, kleine hoofddoekjes en hakken. Op blote voeten zijn we van de universiteit naar huis gerend. Die nacht namen de taliban mijn vader mee.” Bij die herinnering stromen de tranen over Moska’s wangen. “Een week wisten we niet of hij dood was of leefde. Godzijdank sprak hij de taal van de taliban, Pashto, daardoor hij hen kon overtuigen hem te laten gaan. Toen hij thuiskwam, zei hij ‘pak jullie kleren, we gaan weg’.”
Door het duister rijdt het gezin nachtenlang over onverharde wegen door de bergen richting de hoofdstad. Het is het ijskoud. Via Kabul vluchten ze naar Pakistan. “Daar was al meer familie naartoe gevlucht. We woonden met ons hele gezin in een ruimte, een kelder.”
Huwelijksaanzoek
Tijdens een bruiloft wordt Moska al dansend gefilmd. Dat filmpje leidt uiteindelijk tot een huwelijksaanzoek vanuit Nederland. Na wat onderzoek naar de huwelijkskandidaat vragen Moska’s ouders haar of ze wil trouwen. “Mijn ouders waren blij dat ik weg kon uit de ellende en dat ik naar een land ging waar ik mezelf kon ontwikkelen. Ik vond het prima.”
Moska trouwt, maar het duurt nog 1,5 jaar voordat ze bij haar man in Nederland gaat wonen. “Hij studeerde nog en moest eerst een baan vinden. We schreven elkaar heel ouderwets brieven. Toen ik in 2001 op Schiphol landde ging ik van 50 naar 18 graden. Ik begon te shaken van de kou.
Terwijl ik kinderen kreeg, volgde ik een taalcursus. In Afghanistan sprak ik Pashto, Dari en Urdu en ik kende Engels. Ik had dan ook een enorme drang om de Nederlandse taal te leren. Door hard werken haalde ik zelfs het staatsexamen. Daardoor kon ik hbo of universiteit gaan doen. Zodra de meisjes naar school gingen, ben ik op zoek gegaan naar een studie. Mijn man merkte dat ik heel ongelukkig werd, omdat ik niks te doen had. Hij was heel supportive en heeft me gestimuleerd om stappen te zetten.
Als 21-plusser mocht ik een voorbereidingstraject volgen. Dat was echt geweldig. Daarna heb ik bewust gekozen voor hbo social work, cultureel maatschappelijk vorming. Het was heftig, die studie. Met twee krijsende kinderen thuis, maakte ik mijn huiswerk als ze sliepen.
Tijdens een stage werd ik gevraagd voor een interview over opvoeden tussen twee culturen. Samen met mijn man bespraken wij onze ideeën. Ik ben ook afgestudeerd met een afstudeerscriptie over opvoedingsondersteuning. Zo kreeg ik steeds meer een beeld waar ik me in mijn werk voor in wilde zetten. Elke stap gaf mijn zelfvertrouwen een boost.”
Baan
Op zoek naar een baan komt Moska in aanraking met De Mussen. Ze kan tijdelijk invallen op de voorschool. “Ik had niet veel te bieden qua ervaring, maar elke kans was welkom.” Na een jaar mag ze een klein project starten voor meiden. “Nicoline (directeur van De Mussen) wilde me graag inzetten. Zij zag eerder iets in mij dan ik het zelf zag. Sinds maart 2011 werk ik fulltime bij De Mussen. Eerst als jeugdwerker en sinds drie jaar ook als participatiemedewerker. Werken met meiden en hun ouders is bijzonder en uniek. Ik heb echt mijn plek gevonden.
De meidenclub is zó belangrijk. Het is een plek waar de meiden zichzelf kunnen zijn. Ik train ook een groepje om iets te beteken voor de wijk. Bij de meidenclub doen ze kennis en ervaring op die goed is voor hun zelfbeeld en toekomst. Naast veel gezellige activiteiten besteden we ook aandacht aan de dilemma’s en de tegenslagen waarmee de meiden geconfronteerd worden in opgroeien tussen twee culturen. Natuurlijk heeft juf Moska niet op iedere vraag een antwoord, maar dan zoek ik het op!
Het vertrouwen dat ze geven is zo mooi! Ik hoorde een van de oudere meisjes vertellen aan een nieuwkomer ‘als we hier zijn, dan we praten we over álles. En wat we vertellen dat blijft ook hier’. Dat zei ze op een toon! In mijn hoofd ging een confettikanon af.”
Input
“Als participatiemedewerker haal ik een deel van mijn input voor onderwerpen ook bij de meiden vandaan. Tijdens de voorlichtingsbijeenkomsten, koffieochtenden en Ontbijt-je-wijs spreek ik met de moeders over actuele thema’s: over man-vrouw verhoudingen, huwelijksdwang, opleidingskeuze, seksualiteit en onderwerpen zoals gezondheid, verslaving en orgaandonatie. In onze cultuur moet je zorgen voor je ouders, maar hoe doe je dat hier in Nederland? Wil jij je kind daar later ook weer mee belasten? Mogen je kinderen daten met een niet-moslim? Wat als jouw zoon/dochter straks met een buitenlander wil trouwen? Veel vrouwen vinden het heel belangrijk wat hun man vindt. Prima. Maar als je iets wil en je wordt daarin belemmerd? Je wilt bijvoorbeeld een studie doen en het mag niet. Jij hebt je eigen wil en niemand mag je daarin belemmeren. Of over orgaandonatie: jij wil wel een nier van een niet-moslim, maar je wil ‘m zelf niet geven aan een niet-moslim? Hoe zit dat? Dat soort vragen stel ik gewoon, om ze bewust te maken. Ik probeer zo een brug te zijn naar de juiste kennis. Dat zie ik als mijn taak, om ze een beetje te schudden. Dat zet ze aan tot nadenken. Misschien niet direct. Ik denk dat ik de effecten pas later zie.
Ik wil graag mensen op andere gedachten brengen. We laten kansen voorbij gaan, omdat we vastgeroest zitten in tradities. Cultuur is echt iets moois, maar het moet je verrijken, niet belemmeren. We leven in een andere maatschappij dan waar we oorspronkelijk vandaan komen en moeten ons aanpassen. Dat maakt het ook stukken makkelijker voor onze kinderen in de toekomst.
Tegelijkertijd moet je ze ook in hun situatie erkennen. Ik heb kennis van de cultuur en probeer op een subtiele manier te opereren. Dat is niet altijd makkelijk, maar het lukt wel. Ik ga echt in gesprek. We hebben wel zo’n vertrouwensband dat ze het van me pikken. Die eerlijkheid is ook een belangrijke functie. Ik ben bijvoorbeeld niet praktiserend in mijn geloof. Daar krijg ik opmerkingen over, maar daarover ga ik graag in dialoog. Ik ben eerlijk in wat ik denk en waarom ik het doe zoals ik het doe. Dit om mee te geven dat het oké is om zelf te beslissen.
Wat ik hoop is dat moeders en dochters een positiever zelfbeeld krijgen. Ik wil verschil maken, de mindset veranderen: dat vrouwen en meiden meer mogelijkheden zien. Daar doe ik het voor!”
“Wat ik hoop is dat moeders en dochters een positiever zelfbeeld krijgen. Ik wil verschil maken, de mindset veranderen: dat vrouwen en meiden meer mogelijkheden zien. Daar doe ik het voor!”
Moska